Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Kaderwet diervoeders

 

Artikel 2
1
Het is verboden diervoeders, toevoegingsmiddelen en voormengsels te bereiden, te be- of verwerken, te verpakken, te etiketteren, voorhanden of in voorraad te hebben, te vervoeren of in het verkeer te brengen:
a
die niet gezond, zuiver, deugdelijk of van de gebruikelijke handelskwaliteit zijn;
b
die bij een correct gebruik een gevaar opleveren voor de gezondheid van mens of dier, of voor het milieu, of de dierlijke productie ongunstig beïnvloeden, of
c
op een wijze die misleidend kan zijn.
2
Diervoeders, toevoegingsmiddelen en voormengsels zijn in elk geval niet gezond, zuiver, deugdelijk of van gebruikelijke handelskwaliteit indien:
a
zij niet voldoen aan het bij of krachtens deze wet of bij een communautaire maatregel bepaalde in het belang van
1
de volksgezondheid, de diergezondheid of het milieu;
2
de afzet of de eerlijkheid in de handel, voorzover hetgeen bij of krachtens wet is bepaald voortvloeit uit een communautaire maatregel of enig andere internationale verplichting.
b
het gehalte aan ongewenste stoffen of producten een door Onze Minister vastgesteld gehalte overschrijdt.
3
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder be- of verwerking tevens menging met andere diervoeders, toevoegingsmiddelen of voormengsels begrepen.
4
Onze Minister kan dit artikel van overeenkomstige toepassing verklaren op de door hem aangewezen producten die zijn bedoeld voor of worden gebruikt in de diervoeding en waarvan het gehalte aan ongewenste stoffen als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, een door hem vastgesteld gehalte overschrijdt.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •